Operatie als behandeling

Operatie als behandeling bij kanker | Oncozorg Deurne

Operatie als behandeling bij kanker

In veel gevallen is een operatie onderdeel van de behandeling bij kanker. Een operatieve ingreep is in de basis bedoeld om iemand van de ziekte te genezen. Tumor EN OMLIGGEND WEEFSEL worden weggenomen. Dat laatste is nodig om de kans zo groot mogelijk te maken dat ook écht alle kankercellen weg zijn. 

Er zijn natuurlijk diverse vormen van kanker en dat geldt dus ook voor de operaties. Hieronder een greep uit de veelvoorkomende operaties, om je een beeld te geven.

Operatie bij prostaatkanker

Als prostaatkanker alleen in de prostaat zit, is een operatie vaak een prima en afdoende optie. De gehele prostaat en zaadblaasjes worden verwijderd en in sommige gevallen worden ook de lymfeklieren meegenomen, daarna is de kanker als het goed is weg en is er geen verdere bestrijdende behandeling nodig. Deze operatie wordt uitgevoerd met een operatierobot en heet radicale prostectomie.

Als je lichamelijke conditie slecht is of als vooraf al duidelijk is dat niet de gehele prostaat weggehaald kan worden, dan is een operatie meestal niet de optie waarvoor gekozen wordt. Je arts zal dan andere of aanvullende behandelvormen met je bespreken.

Als je een prostatectomie ondergaat, moet je onder algehele narcose. Om de prostaat te verwijderen zal ook een stukje van de plasbuis weggehaald moeten worden. Dit kan tot gevolg hebben dat je ongewild urineverlies krijgt. Ook kunnen de zenuwen en bloedvaten beschadigd raken waardoor erectieproblemen ontstaan. Allemaal erg ingrijpende zaken die voor veel mannen iets doen met hun gevoel van mannelijkheid.

De prostaat kan verwijderd worden via een kijkoperatie of een open buikoperatie. Als het mogelijk is wordt altijd gekozen voor het eerste omdat de schade dan zo beperkt mogelijk is.

Natuurlijk is het niet zonder gevolgen om de prostaat te verwijderen, het orgaan zat er natuurlijk niet voor niets. Behalve problemen met seks en urineverlies zijn veelvoorkomend:

  • Lymfoedeem, dit geldt met name wanneer de lymfeklieren verwijderd zijn, er kan zich dan vocht ophopen in de onderbuik en of benen
  • Onvruchtbaarheid

Operatie bij darmkanker

Darmkanker zit meestal in de dikke darm. Als het mogelijk is verwijdert de chirurg het deel van de darm met daarin de tumor. De omliggende lymfeklieren worden vaak ook meegenomen. Uitgangspunt van de operatie is in principe volledige genezing.

Een darmoperatie kan via een grote opening gedaan worden of via een kijkoperatie. Het is afhankelijk van de omstandigheden waar de arts voor kiest.

Soms wordt er meer weggehaald dan alleen het gedeelte van de darm waar de tumor zit. Hiervoor zijn verschillende redenen:

  • Er zitten meer tumoren of poliepen in de darm. Als de chirurg tijdens de operatie ontdekt dat er nog een tweede tumor in de darm ziet kan besloten worden om preventief een (groot) deel weg te halen.
  • De tumor is in ander weefsel gegroeid. Als ie door de darmwand heen gegroeid is, kan de tumor ook in andere weefsels groeien. Deze zullen dan tijdens de operatie ook meegenomen moeten worden.
  • Om een tumor te kunnen verwijderen is het niet te voorkomen dat bloedvaten moeten worden afgesloten. Soms gaan deze ook naar gezonde delen van de darm die daardoor zullen afsterven, die delen worden tijdens de operatie dus ook weggehaald.

Wanneer het beoogde weefsel verwijderd is, hecht de arts de twee uiteinden van de darm weer aan elkaar, die verbinding noem je anastomose. Helaas zijn er ook gevallen waarbij dit niet mogelijk is. In dat geval is een stoma de enige oplossing.

Een stoma kan ook worden aangelegd als tijdelijke oplossing. Bijvoorbeeld wanneer een spoedoperatie nodig is om een verstopping door de tumor op te lossen.

Hoe dan ook: Een darmoperatie is ingrijpend.

Operatie als behandeling bij kanker | Oncozorg Deurne

Operatie bij borstkanker

Bij borstkanker kan gekozen worden voor een volledige amputatie of borstsparend operatie. In ongeveer twee-derde van de gevallen is een borstsparende operatie mogelijk. Alleen het gedeelte met de tumor wordt dan weggehaald, de rest blijft intact.

Om vast te stellen of een borstsparende operatie kansrijk is, spelen diverse factoren mee.

  • De plek waar de tumor zit.
  • De grootte van de tumor in verhouding tot de borst.
  • Het te verwachten cosmetische resultaat.
  • Of bestraling op de borst mogelijk is.
  • Of de borst al eerder geopereerd of bestraald is (dit in verband met littekeweefsel).
  • Eigen voorkeur.

Soms is het niet de arts die bepaalt voor welke optie gekozen wordt, maar ben je dat zelf. Dit kan een lastige keuze zijn, je moet echt even de tijd nemen om de voors en tegens af te wegen. Praat met mensen en lees je in.

Voor een borstsparende operatie ga je onder volledige narcose. De chirurg maakt een snede in je huid waardoor de tumor en het omliggende weefsel verwijderd worden. De vorm van de borst wordt zo veel mogelijk behouden of hersteld tijdens de operatie. Deze ingreep duurt gemiddeld zo’n 40 minuten tot anderhalf uur. Als de tumor goed voelbaar is, neemt de chirurg deze op gevoel of met behulp van echografie weg, niet goed voelbare tumoren worden vooraf gemarkeerd.

Het weefsel dat is verwijderd wordt altijd onderzocht door een patholoog. Het is erg belangrijk dat de randen van het weggenomen weefsel schoon zijn, als dit het geval is dan is de tumor succesvol verwijderd. Wanneer de snijranden niet schoon zijn, dan is aanvullende behandeling in de vorm van bestraling of een tweede operatie nodig.

Hoe lang je moet herstellen na een borstsparende operatie is niet zo goed te zeggen. Het hangt af van zaken als leeftijd, conditie en voorgeschiedenis. In de eerste weken kan de wond pijnlijk zijn door zwelling, die klachten verdwijnen meestal na een tijdje vanzelf weer. Zoals bij iedere operatie kunnen er ook complicaties optreden, denk hierbij aan nabloeding of infectie. Als er ook schildwachtklieren zijn weggehaald, dan is de kans groot dat er een tijdelijke ophoping van wondvocht (seroom) ontstaat. Wanneer daarbij nog een okselkliertoilet gedaan is, dan is de kans zeer aanwezig dat je lymfoedeem ontwikkelt. Dat hoeft niet meteen na de operatie zo te zijn, maar kan ook nog jaren later de kop opsteken.

Baarmoederkanker en operatief ingrijpen

Omdat baarmoederkanker vaak gepaard gaat met uitzaaiingen, worden meestal ook de eierstokken en eileiders verwijderd.

De operatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd. Liefst wordt gekozen voor een kijkoperatie, waarbij de baarmoeder via de vagina verwijderd wordt. Soms kan dit niet omdat de baarmoeder daarvoor te groot of kwetsbaar is, dan gaat het via een snee in de buik die loopt van het schaambeen naar de navel.

Nog een vorm van opereren is de stadiëringsoperatie. Deze methode is de beste optie bij agressieve tumoren. Behalve baarmoeder, eierstokken en eileiders worden dan ook nog een aantal lymfeklieren, stukjes van het vetschort en buikvlies en een stukje van het steunweefsel rond de baarmoeder verwijderd. Door dit te doen wordt duidelijk of de tumor wel of niet buiten de baarmoeder gegroeid is of uitgezaaid.

Als de kanker is doorgegroeid naar de baarmoederhals, dan is een wat uitgebreidere operatie nodig. Dit is bijna altijd een open operatie omdat de arts de hele buik wil bekijken. Er wordt een diversiteit aan weefsels weggehaald.

Bij een baarmoeder operatie is de kans op complicaties niet zo groot, maar natuurlijk wel aanwezig. Hierbij kan je denken aan wondinfectie, trombose, longontsteking of een nabloeding.

Wat ook geregeld voor komt is verminderd gevoel van vrouwelijkheid of een veranderde beleving van seksualiteit. Soms werkt je blaas minder goed, maar dat is meestal tijdelijk. Wat sowieso gaat gebeuren bij het verwijderen van de eierstokken is dat je in de overgang komt als je die nog niet doorlopen had. Wanneer er ook lymfeklieren verwijderd zijn, is er kans op oedeem in de onderbuik en zelfs in de benen.

In de meeste gevallen is na de operatie geen behandeling meer nodig, maar soms ook wel. Je arts bepaalt in overleg met jou het beleid.

Operatie als behandeling bij kanker | Oncozorg Deurne

Operatie bij longkanker

Bij longkanker die nog niet is uitgezaaid, is een operatie vaak mogelijk. De chirurg haalt dan een hele long of en deel ervan weg. Opereren bij longkanker is alleen zinvol als de tumor niet is doorgegroeid in de omliggende weefsels. Voorwaarde om geopereerd te kunnen worden is ook dat je conditie goed genoeg is en dat je longen nog goed werken. Je zult dus voorafgaand altijd een longfunctieonderzoek krijgen.

We kennen grofweg drie soorten longoperaties; die waarbij een stukje long wordt weggehaald, die waarbij een groot deel van de long wordt weggehaald en die waarbij een hele long wordt weggehaald. De ingreep kan open plaatsvinden of via een kijkoperatie. Bijna altijd wordt na afloop een drain geplaatst om wondvocht en te veel aan lucht af te voeren. Deze drain wordt meestal na een paar dagen weer verwijderd.

Na de operatie bekijkt een patholoog het tumorweefsel, zo wordt duidelijk in welk stadium de kanker zit en wordt bepaald of er nog aanvullende behandeling nodig is.

Het duurt meestal wel een paar maanden om te herstellen van een longoperatie. Natuurlijk maakt het hierbij uit hoeveel weefsel er weggenomen is. Pijn wordt zo veel mogelijk onderdrukt met medicatie en daarvoor is een goede reden. Het is namelijk heel erg belangrijk dat je goed kunt ademen, zodat zich geen slijm ophoopt in de long(en).

Naast de standaard complicaties die bekend zijn bij een operatie kan een longoperatie leiden tot luchtlekkage. Dat komt doordat het dunne vlies dat om de longen heen ligt beschadigd raakt. Zo’n defect herstelt zich in de vaak vanzelf weer, maar is wel iets om rekening mee te houden. Ook komen hartritmestoornissen en slijmproppen in de luchtwegen heel regelmatig voor.

Welke operatie je ook ondergaat, ingrijpend is het hoe dan ook. Los van het gegeven dat je ziek bent, is chirurgisch ingrijpen sowieso een aanslag op je lichaam. Nabehandeling is dus een logische stap.

Scroll naar boven