Bestraling als behandeling

Bestraling-oncologie-fysio-jansen-1024x682

Het doel van de behandeling van kanker met bestraling is om de kankercellen te doden en de gezonde cellen waar mogelijk te sparen. In veel gevallen wordt deze behandelvorm gekozen in combinatie met nog iets anders, denk daarbij aan chemotherapie, immunotherapie of een operatie. Zowel voor gevallen van kanker die nog te genezen zijn als voor gevallen die alleen levensverlengend te behandelen zijn kan bestraling een optie zijn.

Bestralen als alternatief voor een operatie

Soms wordt bestraling gebruikt als alternatief voor een operatie, daarvoor wordt gekozen als de kans op genezing ongeveer even groot is. Het spreekt voor zich dat bestraling minder schade aan de gezonde weefsels in je lichaam brengt dan een operatie. Dat is de reden dat bij gelijke kansen voorkeur uitgaat naar die optie.

Soms heeft de dokter ook een andere reden om bestraling als alternatief te kiezen voor een operatie. Dat is bijvoorbeeld wanneer de ziekte erg ver uitgebreid is of wanneer je iets mankeert waardoor de risico’s van een operatie te groot zijn.

Aanvulling op een operatie bestralen
In plaats van als alternatief kan er ook voor gekozen worden om bestraling te gebruiken als aanvulling op een operatie. Dat is aan de orde wanneer niet zeker is dat bij de operatie alle kankercellen weggehaald zijn. Bestraling kan achterblijvers dan de genadeklap geven zodat de tumor niet opnieuw vrij spel krijgt om te groeien.

Ook voorafgaand aan een operatie kan voor bestraling gekozen worden. Doel is dan om de tumor te verkleinen zodat deze kleiner is en gemakkelijker verwijderd kan worden.

Palliatief bestralen

Als genezing van kanker geen optie meer is, geldt een palliatief beleid. Dit houdt in dat behandeling gericht is op het verbeteren van kwaliteit van leven. Bestraling kan in zo’n geval worden ingezet om de tumor te verkleinen waardoor die bijvoorbeeld minder op de omliggende weefsels drukt.

Bestraling-oncozorg Deurne

Inwendige of uitwendige bestraling

Inwendige bestraling

De bestralingsarts brengt bij inwendige bestraling radioactief materiaal in je lichaam, dichtbij of in de tumor. Om dit te kunnen doen moet eerst een zogenaamde bronhouder worden geplaatst. Hierop wordt een apparaat aangesloten dat radioactief materiaal toedient.

Inwendige bestraling wordt niet zo heel vaak toegepast, maar heeft wel een groot voordeel. Het biedt namelijk de mogelijkheid om een grote hoeveelheid straling los te laten op een klein gebied. De schade aan gezonde cellen blijft dus beperkt.

Meestal wordt inwendig bestraald met een tijdelijk ingebrachte radioactieve bron. De duur hiervan kan variëren van 10 minuten tot meerdere dagen. Een bestraling van meerdere dagen wordt onderbroken door pauzes, dat is nodig om verzorgd te kunnen worden of bezoek te ontvangen.

Tot slot is er nog een laatste vorm van inwendige bestraling, namelijk die met permanente implantatie. Deze manier zie je vooral bij de behandeling van prostaatkanker. Het materiaal dat wordt ingebracht bestaat uit jodiumzaadjes, deze worden ingebracht in of dicht bij de tumor. Na de behandeling blijven ze in de prostaat zitten.

Uitwendige bestraling

Uitwendige bestraling komt het meest voor. Met een speciaal apparaat worden de stralen door de huid heen naar de te behandelen plek gestuurd, na afloop mag je meteen weer naar huis, een sessie duurt enkele minuten en wordt meestal als serie uitgevoerd. Meestal duurt de totale behandeling tussen de twee en zeven weken, waarbij vier à vijf keer per week bestraald wordt. Het is niet zonder reden dat de behandeling in zoveel stukjes geknipt wordt; er zou te veel schade ontstaan als de totale hoeveelheid in één keer gegeven zou worden.

Omdat kankercellen iets minder sterk zijn dan gewone cellen, biedt dat mogelijkheden om een dosering te vinden waarbij de boosdoeners het loodje leggen maar de gezonde overleven.

Verschillende bestralingsmethoden

In de loop der jaren is er steeds meer mogelijk geworden qua manieren van bestralen, het gaat dan meestal om een combinatietechniek.

Bestraling in combinatie met hyperthermie

De naam zegt het eigenlijk al, hyperthermie is de behandeling van kanker met warmte. De tumor wordt plaatselijk verwarmd tot 40 graden of iets daarboven. Kankercellen zijn niet goed opgewassen tegen hitte, ze gaan door deze behandelvorm dus dood of worden gevoeliger voor warmte of chemotherapie. Hyperthermie zelf doodt zeker niet alle kankercellen, daarom is het per definitie onderdeel van een behandeling en niet op zichzelf staand.

Chemoradiatie

Chemoradiatie is misschien wel de bekendste dubbelmethode. Hierbij wordt bestraling in combinatie met chemotherapie gegeven. De twee versterken elkaar. Het doel van deze behandeling is genezing. De bijwerkingen van deze mixbehandeling zijn meestal sterker dan bij een enkele behandelvorm. Opvallend is dat de bijwerking die niet veel voorkomt haaruitval is, dat heeft te maken met het middel dat gebruikt wordt.

Stereotactische bestraling

Bij stereotactische bestraling wordt op een heel precieze manier uitwendig bestraald. Je krijgt een hoge dosis straling, exact op de tumor, dat gebeurt in 1 tot 5 sessies. De tumor wordt vanuit verschillende hoeken bestraald en je moet heel stil blijven zitten of liggen tijdens de behandeling. Het gaat bij deze vorm altijd om kleine tumoren.

MRI-geleide bestraling

Bij deze toepassing is in het bestralingsapparaat een MRI scanner ingebouwd. Dit heeft als voordeel dat de tumor tijdens de bestraling te zien is en dat er een gedetailleerder beeld van organen en weefsels gevormd kan worden waardoor tumoren in de buik of het kleine bekken goed in beeld te brengen zijn.

Protonentherapie

Met deze behandeling kan de tumor heel gericht worden bestraald. Om die reden is de kans op bijwerkingen klein. Protonentherapie wordt alleen gebruikt als curatieve methode, wanneer het uitgangspunt palliatief is, zal sowieso voor een andere methode gekozen worden. De straling die wordt gebruikt is een speciaal soort, met protonen, dat zijn heel kleine natuurkundige deeltjes. Deze behandelvorm wordt vaak toegepast bij tumoren die dichtbij kwetsbare organen zoals bijvoorbeeld de ogen of hersenen liggen.

Bestraling in de toekomst

Zoals vrijwel iedere behandelvorm voor kanker, is ook bestraling nog volop in ontwikkeling. Artsen onderzoeken hoe de tumor zo precies mogelijk bereikt kan worden, ook wordt er nog onderzoek gedaan naar optimale combinaties van behandelvormen en de ideale dosis en frequentie.

Bijwerkingen van bestraling op de organen

Sommige mensen hebben veel last van de bijwerkingen van bestraling, anderen amper of  zelfs helemaal niet. Vooraf is niet echt te voorspellen hoe je zult reageren, wel is het soort bijwerkingen dat je kunt krijgen afhankelijk van een aantal factoren:

  • De totale hoeveelheid straling die je krijgt toegediend
  • Hoeveel straling je per keer krijgt toegediend
  • De bestralingstechniek
  • Of er sprake is van een gecombineerde behandeling

De ernst van de bijwerkingen hangt niet samen met het behandelresultaat. De kans erop is het grootst bij uitwendige bestraling, dat komt doordat daarbij meer gezonde cellen beschadigd raken.

Huidreactie-na-bestraling-Oncozorg Deurne

Spieren en gewrichten

Als er een gewricht in het bestraalde gebied ligt, kan dit beschadigd raken en daardoor stijver worden. Ditzelfde geldt voor spieren. Je kunt last krijgen van (start)stijfheid en pijn.

Huid, kleine bloedvaatjes en slijmvliezen

Als er veel straling op een gebied is gegeven, dan heeft dat meestal tot gevolg dat een deel van de kleine bloedvaatjes kapot gaat. Dit kan leiden tot littekenvorming. Wat ook regelmatig voor komt is dat de oppervlakkige laag van de huid en de slijmvliezen wat dunner worden. Dit kan leiden tot gemakkelijker bloeden en daardoor een groot ongemak zijn.

Lymfestelsel

Als je lymfeklieren bestraald worden of geraakt zijn, dan kan dit tot gevolg hebben dat je lymfestelsel minder goed gaat werken, lymfoedeem is dan het resultaat. Dit kan kort na de behandeling ontstaan, maar ook nog jaren daarna.

Lymfoedeem toont zich meestal als een vochtophoping in de armen of benen, maar kan zich ook lokaal laten zien in het bestraalde huidgebied. De kans erop is groter wanneer je in een lymfegebied wordt bestraald én geopereerd, ook is het risico verhoogd wanneer meer dan drie klieren zijn verwijderd of bestraald.

Je zult lymfoedeem opmerken aan een zwaar, gespannen, moe gevoel of zwelling in een ledemaat of het behandelde gebied. Wanneer die zwelling toeneemt, kan dit problemen geven met bewegen.

Longen

Longen zijn kwetsbare organen, na bestraling hiervan kan er littekenweefsel in ontstaan. Gevolg is dan kriebelhoest of kortademigheid. Soms is dat tijdelijk, soms blijvend. Doordat door de technische ontwikkelingen waarover we het eerder hadden steeds gerichter bestraald kan worden, is het beter mogelijk de schade te beperken.

Sommige mensen krijgen een soort longontsteking door bestraling van de longen. Meestal is dat 3 tot 6 maanden na de behandeling. De klachten verdwijnen meestal vanzelf, maar het  kan ook nodig zijn om ze te bestrijden met ontstekingsremmers.

Hart en bloedvaten

Hartkleppen en bloedvaten kunnen beschadigd raken door een hoge dosis straling op de borstkas. Dat merk je vaak niet meteen, bij de meeste mensen duurt het 5 tot 15 jaar voor de eerste klachten zich laten zien. Wanneer de klachten zichtbaar worden is dit meestal in de vorm van angina pectoris, een hartaanval of hartfalen.

Om de kans op hartschade zo veel mogelijk te beperken wordt rekening gehouden met de bestralingstechniek.

Voorbeeld: Als je borstkanker links hebt, dan moet je diep inademen voor de straling gegeven wordt. De lucht in de longen vormt nu een soort barrière tussen het hart en de borst.

Botten

Botten kunnen broos worden door straling en daardoor gemakkelijker breken. Voor mensen die al in het proces van botontkalking zaten, die voor langere tijd ontstekingsremmers gebruiken of lijden aan een auto-immuunziekte is het risico het grootst.

Zenuwweefsel

Soms heeft bestraling plaatselijk invloed op gevoel of kracht. Dit komt door zenuwschade, meestal ontstaat dat geleidelijk, het probleem wordt dus regelmatig pas jaren later zichtbaar.

Nieren

Door een hoge dosis straling op je nieren kunnen ze beschadigen. De kans op nierfalen is het grootst bij een combinatiebehandeling van bestraling en chemo. Als je bestraling op je buik krijgt, dan probeert de behandelaar de bestralingsdosis op de nieren zo laag mogelijk te houden, beschadigde nieren zijn namelijk een groot probleem omdat er daardoor teveel afvalstoffen achterblijven in het lichaam. Ook kunnen stoffen die je lichaam nodig heeft zoals bijvoorbeeld zouten verloren gaan. Op lange termijn kan dat veroorzaker zijn van hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten.

Beweegprogramma-Deurne-Fysio-Jansen

Bestraling en seksualiteit

Het is de bedoeling dat er een leven na kanker is. Hoewel je er waarschijnlijk als je midden in het proces zit niet aan hoeft te denken, kan je na een oncologische behandeling te maken krijgen met problemen met seksualiteit en vruchtbaarheid. Bestraling kan daar zeker een aandeel in hebben.

Door bestraling kan je je erg vermoeid voelen, ook kunnen allerlei lichamelijke klachten ontstaan. Dit komt je zin in seks meestal niet ten goede. Vaak is dit tijdelijk.

Wat ook kan is dat de geslachtsorganen geraakt worden. Bij vrouwen kan dit zorgen voor vervroegde overgang of veranderingen van de slijmvliezen.  Hormonale of lichamelijke problemen zorgen voor een verandering in de beleving van seksualiteit. Bij mannen kunnen de zenuwen beschadigd raken die nodig zijn om een erectie te krijgen, ook kan er een probleem ontstaan bij de aanmaak van testosteron. Allebei erg vervelend en direct van invloed op de beleving van seksualiteit.

Mocht je je afvragen of het gevaarlijk voor je partner is om geslachtsgemeenschap te hebben tijdens of kort na de bestralingsperiode; nee, hiervoor geldt geen beperking. Natuurlijk zijn er bepaalde gebieden waarvoor een ander advies geldt, dit krijg je dan altijd te horen van je behandelaar.

 

 

Scroll naar boven